Interieur

Doopvont
Het doopvont is waarschijnlijk uit 1854. Het koperen bekken is geklemd tussen drie houten kolommen, die de drie-eenheid symboliseren. De kolommen fungeren ook als offerblokken. Het geheel rust op een driepoot.

Orgel
Het orgel is in 1916 vervaardigd door A. Standaart te Rotterdam. Het is een pneumatisch orgel, dat niet direct waardevol is, maar nu door zijn zeldzaamheid waarde heeft. Omstreeks 1980 is het orgel her­steld door de fa. Leeflang te Apeldoorn. Het orgel verkeert vrijwel in de originele staat. Het orgel staat op een balkon aan de westzijde van het kerk­interieur. Het front heeft nog de traditionele vijfledige ordening zoals die in de negentiende eeuw zeer gebruikelijk was. Een hoge halfronde midden­toren wordt geflankeerd door gedeelde velden en vervolgens lagere, spitse zijtorens. Dit type front is door de fa. Standaart diverse malen toegepast. De kas is traditioneel van constructie. Er is een eenvoudig blinderingssnijwerk boven- en onderin de torens en bovenin de velden. Er staan geen ornamenten of beelden op de kappen van de torens. De kas wordt geflankeerd door gesneden vleugelstukken.

Schilderij
Het schilderij, met de afbeelding van Christus, is geschilderd door Jan Willem Pieneman die leefde van 1779 tot 1853. Pieneman was in zijn tijd een befaam­de portret- en historieschilder. Alexander van Rhemen was president-kerkvoogd en het is heel waarschijnlijk dat Pieneman in opdracht van Van Rhemen dit schilderij geschilderd heeft en dat Alexander van Rhemen dit schilderij daarna aan de kerk geschonken heeft.

Kist
In deze prachtige ijzeren kist, die stamt uit de 17e eeuw, werden toen munten, documenten en andere kostbaarheden bewaard. Het is in feite een zeventiende-eeuwse ‘safe’ of schatkist. De Domkerk in Utrecht bezit een vrijwel identieke kist.

Luidklok
De luidklok, vervaardigd door de gebroeders Van Bergen uit Heiligerlee, werd in 1946 beschikbaar gesteld door de gemeente Rheden, nadat de Duitse bezetters de vorige, zestiende-eeuwse klok, hadden geroofd. De gemeente Rheden is na de Napoleontische tijd (uitkijktoren/wachttoren) eigendom geworden van de kerktoren. Bij toerbeurt wordt de klok nog door de kerkrentmeesters met de hand geluid.